De weblog van:

Mijn foto
Leiden, Netherlands
Kunstschilder, graficus, beeldhouwer, bassist

woensdag, juli 26, 2006

Kanaal

De belgische overheid doet niet veel aan het wegennet. Zo heb ik kunnen constateren. Voortdurend moet ik oneffenheden en kuilen, platgereden egels en boomwortels ontwijken. Dat gaat moeilijk. Want ik ben zwaar beladen. Achter mij hangt een karretje, met daarin de noodzakelijke matjes, slaapzakken, en een tweetal tenten. Dan is ie vol. De andere bagage hebben we in de fietstassen gestoken. ieder draagt zijn deel.
Zo ook S. Met zijn negen jaar levert hij de grootste prestatie. We zijn op weg naar Parijs. Met de belofte aan een groot pretpark hebben we de kinderen zover kunnen krijgen dat ze de ruim 500 kilometer per fiets willen afleggen. Het is heel wat. Als je negen jaar bent is wilskracht zo geboren, maar ook zo weer wegge-ebd. Het valt soms tegen. Maar we komen altijd aan.
Het kanaal is lang, recht en lommerrijk. Hoge populieren aan weerszijden van het kanaal geven een diepe koele schaduw.
We zijn vroeg, want dan is het nog koel. Als we weer even in de schaduw rijden, huivert D soms even. Hij zit bij mij voorop, en hoeft niet te trappen. Vandaar dat hij eerder afkoelt dan ik. Maar over een paar uur zal het weer ondragelijk heet zijn.
Als het goed is leidt dit kanaal ons recht Brugge in. Daar hoop ik Het laatste avondmaal van Gustave van de Woestijne terug te zien, in het Groenighe-museum. Het mooiste schilderij dat ik ken. Het is niet ver meer.
Als we even pauzeren, maak ik foto's met de mobiel, en doe ik tussen twee happen stokbrood in, in het schetsboek een kleine aquarel.

maandag, juli 17, 2006

Katwijk zomer 2006


Het moet mogelijk zijn om mobiel de blogsite te benaderen. Ik ga het proberen, dan kan ik wat ik onderweg maak meteen publiceren..
Strand, Katwijk, zomer 2006

dinsdag, juli 04, 2006

Eindexamen-expo

Het is weer zomer. De eindexamen expo van de KABK is weer open. Ik ga daar graag heen, want het stemt tot nadenken. Ik ben er al een tijdje weg, maar het is of ik niet ben weggeweest. Je weet altijd wat je krijgt op zo'n eindexamen-expo. Feitelijk is het een herhaling van vorige jaren. Het is wat een vriendin van mij altijd iets artistiekerigs noemde. Het is natuurlijk verleidelijk de boel daar lekker te gaan staan neersabelen, maar ik voel daar niets voor. In dat artistiekerige zijn die verse jongens en meisjes namelijk verdomd goed opgeleid. De academie bestaat bij de gratie van het collectief aanleren van dat artistiekrige maniertje. Het is een soort taal die je leert spreken, beter kan ik het niet omschrijven. En je moet oppassen, want voor je het weet heb je het zelf aangeleerd. De ruimtes zijn geheel zwart (je breekt je nek bijna) of geheel wit. Je vind er iets op de vloer( want een goed kunstenaar werkt op de vloer), En er ligt vaak iets; een stapel hout. Uitgedroogde potaarde, gekanteld meubulair, of een geroest rijwiel. En er zweeft altijd iets (met mooie staaldraadjes), en natuurlijk zijn er de speakers, want zonder industrieele boeren bongen kom je niet veel verder (twin peaks muziek). Last but not least is er: het beeldscherm, de beamer en de DVD-opstelling.
Men laat zich door yoghurt overgieten, sluipt langs de heg (met en zonder masker) of zoemt in op puisten, tepels en moedervlekken. De lichamelijkheid mag niet ontbreken. Helaas. Ik mis toch iets. En in de trein terug zit ik tegenover zo'n studente en ineens weet ik het: geen vlekken. Ik mis de vlekken. Het enige antwoord op deze stortvloed aan museale kwaliteit, is het werken zelf. Ik ga de boer op. Ik trek met mijn veldezel het land in en ga schaamteloos aan het werk. In de openbaarheid. Want dat is wat er fout is, de artistiekerige concurrentie houdt de atelierdeuren gesloten, en werkt bewust de mythe in de hand dat degenen die er geen verstand van zeggen te hebben geen getuige mogen zijn van de totstandkoming van grote kunst. Jullie begrijpen het toch niet, en daarom moet jet ook maar niet zien. Het publiek wil geen artsitiekrige onzin. Ze willen een clichee, ze willen Rembrandt. Niet in het echt, maar op een botervloot. Dat is wel zo makkelijk.
Ik merk het in het onderwijs. Kinderen denken: een kunstenaar is een gekwelde gevlekte meneer achter een ezel, die een palet vasthoudt en die een zonovergoten olieverf landschap schildert. Nou vooruit dan maar.
In praktijk: een zwartgeklede iets gevulde studente (hmmm, met bril) die met illegaal gedownloade photoshop een blow-up van een miniatuur huisje manipuleert, laat afdrukken op a-nul-formaat en het resultaat wat opleukt met acrylverf uit de tube. Snel smeren, gauw thuis. Zoiets.Tussen die twee uitersten gaapt een kloof van de afmetingen van de Grand Canyon. Er is iets mis in de kunst. Zoveel is duidelijk.
Ik ben een schilder. Een eenvoudige schilder. Ik moet niet lullen, maar ik moet schilderen. Zo simpel is het.

maandag, juli 03, 2006

Groen.



Voor de Rembrandt ontvangsthal moet ik een schilderij maken in groenen. Komt mooi uit. Ik ben toch in een soort groene periode. Ik kwam niet verder dan een vrolijke boswachter. Geen gezeik, aan de slag.

Groen.

Van geen enkele kleur zijn zoveel varianten die echt verschillen als van groen. Neem nu groene aarde. de perfecte kleur voor onderschilderingen en eerste opzetjes. Waarom? Omdat het zo verdomd weinig kleurkracht heeft. Ik doe het nog steeds zo, Na de houtskool fixeer ik de boel met terre verte. Het werkt altijd.

Ander gevalletje van groen. Emerald (permanent groen). Zit in heel veel starterspakketjes olieverf, en is totaal onbruikbaar, tenminste, dat dacht ik altijd, totdat ik hoorde van een grijs op basis van dit verschrikkelijke emerald en.... kraplak. geweldig diep, warm bijna violet grijs. Een gouden tip.

Olijfgroen. ook zoiets. Sinds kort gebruik ik het echt. De temperatuur die bijna is zoals die van groene aarde, maar behoorlijk krachtig en mits getemperd door okers een dankbare kleur voor mengingen bij het buiten schilderen.

Onmisbaar bij bomen/planten: sapgroen. Maar pas op: het spul is zo verdomde transparant. Ik heb ooit een koe geschilderd in een sappig groene ondergrond, met uitlsuitend sapgroen. ook de diepste donkers met hetzelfde spul. Dat kon natuurlijk niet. Wel verkocht dat ding, maar ik zie het niet graag terug. In dikke lagen aangebracht slaat sapgroen dood en donker op een heel vervelende manier.

Er is zoveel groen. Het groen op basis van ultarmarijn en cadmium geel levert iets totaal anders op dan dat op basis van cobalt en citoengeel bijvoorbeeld. Je hebt meigroen, phtalogroen(vreselijk spul), viridiaan (oorsponkelijk in midden amerika gewonnen), en het fameuze chroomgroen dat met cadmiums iets geweldig krachtigs oplevert.

Als ik tijd en energie vind ga ik me volgend jaar wijden aan het verkennen van een ge-erfde tube veronese-groen. Veel over gehoord, maar het gebruiken is er nog niet van gekomen. Nog niet.

zaterdag, juli 01, 2006


Voorschoten: de vlietlanden.
Ik word omringd door zwetende badgasten, die loeren wat ik aan het doen ben. De jongens zijn in het water (met Luigi, de opblaaszeehond) Mar luistert de Tour. Ik, die strandhangen haat, heb de spullen meegenomen, klap mijn ezel uit en ga aan het werk. Het is er fuckin' heet. Er is nauwelijks schaduw, maar het moet af. Jongetjes op badhandoeken zijn mijn publiek.